Algemeen grondbeleid
Landelijk beleid
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Sinds vorig jaar is er nieuwe regelgeving van toepassing voor de verslaglegging over de jaarcijfers van het grondbedrijf. Ook bij deze actualisatie en de hier beschreven toelichting is uitgegaan van die uitgangspunten.
Vennootschapsbelasting
Hoewel duidelijkheid van de belastingdienst nog steeds uitblijft voor wat betreft de wijze van toepassing van de voor het grondbedrijf van toepassing zijnde wet op de vennootschapsbelasting, moest toch voor 1 mei 2017 een voorlopige aangifte worden ingediend voor het belastingjaar 2016. Het bedrag van de voorlopige aanslag van bijna € 40.000,- is inmiddels ook voldaan. Ook voor 2017 zal waarschijnlijk een gelijkwaardige voorlopige aanslag verschuldigd zijn. Pas nadat door de belastingdienst algemene aanvullende informatie is verstrekt, kan bekeken worden wat dit betekent voor de definitieve aangifte. Waarschijnlijk zal hier in de eerste maanden van 2018 pas meer duidelijkheid over ontstaan.
Omgevingswet
Voor 2020 zal er meer duidelijkheid ontstaan over de in voorbereiding zijnde Omgevingswet. Op dat moment kunnen we ook concreter aan de slag met het opstellen van een omgevingsvisie en de voorbereiding om deze uiteindelijk te vertalen in een omgevingsplan. Deze nieuwe wetgeving zal ook van invloed zijn op het grondbedrijf.
Regio
In het Stedelijk Gebied zijn afspraken gemaakt over het overaanbod aan bedrijventerreinen en de aanpak van verouderde bedrijventerreinen. Voor Geldrop-Mierlo heeft de prioritering niet geleid tot het stopzetten of uitfaseren van lopende grondexploitaties. Dat betekent dat wij alleen financieel bijdragen om onze bedrijfsgronden op korte termijn uit te mogen blijven geven. Andere gemeenten in de regio hebben wel moeten schrappen en uitfaseren met in sommige gevallen veel grotere financiële consequenties in de vorm van afwaarderingen of extra rentelasten tot gevolg. De bijdrage bestaat uit een bedrag van € 191.000,- voor de prioritering. Dit bedrag is in 2017 voldaan. Daarnaast geldt voor Geldrop-Mierlo een bijdrage van € 287.000,- voor het ROW (Regionaal Ontwikkelfonds Werklocaties) voor de aanpak van regionale verouderde bedrijventerreinen. Dit bedrag zal de komende jaren in termijnen worden betaald. Met een bijdrage van € 4,0 miljoen van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij en de bijdragen van de overige gemeenten is er € 8,0 miljoen beschikbaar voor de Regio. Verbetering van de vestigingslocaties voor regionale bedrijventerreinen is ook in het belang van Geldrop-Mierlo. De opgave voor werkgelegenheid en het vestigingsklimaat voor bedrijven is bij uitstek een vraagstuk wat in regionaal verband bekeken moet worden. De afdrachten betreffen een bovenplanse verevening, waardoor ze ten laste van de grondexploitaties van nieuwe bedrijventerreinen worden gebracht.
Op het gebied van volkshuisvesting zijn inmiddels afspraken gemaakt over sociale woningbouw. Daarbij is afgesproken om voor sociale huurwoningen een grondprijs te hanteren binnen de bandbreedte van € 275,- tot € 350,- per m2 excl. BTW. Bij de herijking van het beleid zal dit aan bod komen. Voor sociale koopwoningen is afgesproken dat stimulering via flankerend beleid plaats zal vinden en niet meer via de grondprijs. In de prestatieafspraken met corporaties zijn hierover al eerste afspraken gemaakt. Het flankerend beleid zal financieel worden gedekt via het Leefbaarheidsfonds.
Verder zijn er op dit moment regionale afspraken in voorbereiding over toekomstige woningbouwlocaties. Binnenkort zal de gemeenteraad hier nader over geïnformeerd worden.
Gemeentelijk beleid
De uitgangspunten van het grondbeleid zijn op 25 juni 2012 door de raad vastgesteld in de ‘Kadernota Grondbedrijf’ en de notitie ‘Kader Grondprijzen 2013 – 2016’. Daarnaast is op 9 maart 2015 de ‘Nota Kostenverhaal’ vastgesteld.
De beleidsnota’s van medio 2012 en de maatregelen die sindsdien zijn genomen hebben een belangrijke basis gelegd om het grondbedrijf weer gezond te krijgen. De perspectieven zijn inmiddels zodanig verbeterd dat weer sprake is van een zeer gezond en perspectiefvol grondbedrijf. Voor vrijwel alle grondexploitaties geldt dat de perspectieven zodanig positief zijn, dat eventuele tegenvallers opgevangen kunnen worden, zonder dat er verliezen ontstaan. Voor die enkele grondexploitatie waarvoor nog een verlies kan ontstaan, kan dat verlies worden opgevangen door de verliesvoorziening en/of de reserve grondexploitaties.
In 2016 heeft de gemeente Geldrop-Mierlo deelgenomen aan een benchmark grondbedrijfstaken. De uitkomsten van deze benchmark zijn in juni 2017 gepresenteerd. Deze uitkomsten vormen samen met de gewijzigde wetgeving en nieuwe financiële situatie van het gemeentelijk grondbedrijf een goede basis om het beleid te actualiseren en optimaliseren.
Rente
Met ingang van 2016 gelden er nieuwe BBV-richtlijnen voor de toerekening van rente (verhouding eigen vermogen – vreemd vermogen), waardoor er minder rente aan het grondbedrijf mag worden toegerekend.
Voor wat betreft Groot Luchen bestond aanvankelijk de gedachte dat een deel van de oorspronkelijke leningen mogelijk als projectfinanciering aangemerkt moest worden. Inmiddels is gebleken dat dit niet het geval is, zodat voor elke grondexploitatie hetzelfde gemiddelde rentepercentage geldt. Op basis van de actuele situatie is dat 2,41% voor 2017 en 2,38% voor de jaren daarna.